De 7 hoofdzonden: Superbia (hoogmoed)
Hier is eindelijk deel I van het exposé over de hoofdzonden: Superbia.
Hoogmoed komt voor de val (link)
Ze zette haar zonnebril op, deed een paar speciale handschoenen aan, een kwestie van grip. Ze haalde een rugzak uit de koffer van haar auto en deed ‘m aan; gespen zorgden, eens bevestigd, dat hij niet meer los kon, een kwestie van veiligheid. Terwijl ze hurkte om haar veters te binden, kwestie van haar schoenen niet te verliezen, dacht ze aan hoe lang ze naar deze plek had gezocht, hoe ze deze perfectie had verlangd. De geur, kleur, textuur van de plaats waar ze naar toe was gereden – die morgen was ze al voor zonsopgang vertrokken – beantwoordden precies aan haar hooggespannen verwachtingen. Het zwart van haar auto was, paradoxaal genoeg de enige kleur die de massa aardetinten onderbrak. Zelfs de blauwe lucht leek slechts een rol papier, waardoor het rood van de steen doorschemerde en die uitgerold over de rotsen als geïmproviseerde achtergrond diende voor een scène die in de studio leek opgebouwd. Het enige wat de echtheid bewees, de authenticiteit van de stoffige aarde waarop ze nu neerhurkte, was de uitgestrektheid van het landschap. Vanwaar zij stond, kon ze zo’n regio overzien dat het contrast met de beperkte horizon van de sombere stad waar ze woonde, pijn deed aan haar ogen en tegelijk haar binnenste met spanning vervulde en maakte dat ze niet kon wachten met doen waarvoor ze gekomen was.
Ze sloot haar auto af en liep met opgeheven hoofd naar de rand van de afgrond die ze voor haar doel zo minutieus had uitgekozen. Even keek ze naar beneden, als om te controleren of wat ze rook, de geur van de diepte, of meer een gevoel van leegte, ruimte slechts gevuld met lucht, er werkelijk was. En na een laatste keer, een eerste sinds lang, diep inademen, sprong ze, ogen en armen gespreid, het niets omhelzend en door lucht overspoeld. De rest van de wereld bestond niet meer en zij ging, als een klompje aarde dat nonchalant naar beneden was geworpen, op in de omgeving, de rode aarde verzwolg haar en liet haar ziel vrij, eindelijk.
--
Geen opmerkingen:
Een reactie posten