1.
VERTELLER Flash-forward naar wat binnen zes minuten zal gebeuren.
Gordijn opent. A en B, twee mannen, komen elk van de tegenovergestelde kant van de scène op. Ze dragen zwart en geen schoenen.
A Gij!
B Gij!
A Ik veracht u!
B Ik veracht de grond waar ge op loopt!
A en B vechten wild en vol overgave. Ze rollen over de grond.
Gordijn sluit.
VERTELLER Het stuk.
Gordijn opent. A en B komen elk van de tegenovergestelde kant van de scène op.
A Gij!
B Gij!
A Ik veracht u!
B Ik veracht de grond waar ge op loopt!
A en B vechten wild en vol overgave. Ze rollen over de grond.
Gordijn sluit.
2.
Gordijn opent. A en B komen elk van de tegenovergestelde kant van de scène op.
A Waarom draagt ge geen schoenen?
B Omdat ik in een postmodern toneelstuk meespeel.
A en B kijken de toeschouwers aan.
Gordijn sluit.
3.
Gordijn opent. A en B komen elk van de tegenovergestelde kant van de scène op.
A Ik zie u graag.
B Ik zie u graag.
A en B kussen passioneel.
Gordijn sluit.
EINDE